Vervolg van deel 1
In het tweede deel heb ik geprobeerd om het privacyrecht aan de passen aan de virtuele realiteit geschapen door internet. Om twee redenen. Alhoewel het recht op privacy gedefinieerd is in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, grijpt het in de praktijk nog altijd terug op het privaatrecht. Wie zich dure advocaten kan permitteren zit safe, wie dat niet kan heeft meer te vrezen. De tweede reden is dat de virtuele ruimte met haar resem aan extra mogelijkheden niet gedefinieerd is in de Universele Verklaring omdat ze in 1948 nog niet bestond. Mijn voorstel is om er ‘contextuele integriteit’ en ‘mentale integriteit’ aan toe te voegen.
Definities
Privacy, persoonlijke levenssfeer, privésfeer of eigen ruimte schermt personen of groepen af van bespieding en beïnvloeding. Privacy betekent dat iemand dingen kan doen zonder dat de buitenwereld daar weet van heeft, inbreuk op maakt, of invloed op heeft. De afscherming van beïnvloeding wordt ook omschreven als het recht om met rust gelaten te worden. Het is een universeel mensenrecht, een fundamentele vrijheid en een grondrecht.
Privacy gaat om de afscherming van persoonsgegevens, het eigen lichaam, de woning of leefruimte, familie- en gezinsleven. Privacy omvat ook het recht vertrouwelijk te communiceren, zoals via brief, telefoon, e-mail.
Daar het recht op privacy zijn oorsprong vond in pre-digitale tijden was het gekoppeld aan de fysieke private ruimte. In de virtuele ruimte moet het geherdefinieerd worden. En dus losgekoppeld van de fysieke ruimte. Dit kan door het de definiëren in relatie tot de sociale gemeenschap.
Inhoudelijk blijven de doelstellingen dezelfde, maar het is nu ook gedefinieerd in functie van de sociale structuur. Door ook een sociaalpsychologische dimensie toe te voegen wordt het toepasbaar in de virtuele wereld. Tot onze eigen verbazing kunnen we nu ook toekennen aan een dakloze. Waarom zou deze geen recht op privacy hebben? Omdat hij geen huis heeft?
De sociaalpsychologische inhoud zal verder duidelijk worden bij de beschrijving van de verschillende contexten. Door het los te koppelen van de fysieke ruimte, kan het begrip verder evolueren. Dit is zeker nodig om de uitdagingen van de digitale maatschappij aan te gaan.
Het individueel recht op afscheiding geldt zowel in de private ruimte, de publieke ruimte als de virtuele ruimte. Het is het recht zich terug te trekken uit het groepsgebeuren van de gemeenschap waar men deel van uit maakt. De uitoefening van dat recht mag geen negatieve implicaties hebben voor de geborgenheid in die gemeenschap . Het recht op afscheiding is een noodzakelijke toevoeging bij het recht op privacy in digitale tijden.
In een professionele context verwijst ‘recht op disconnectie’ op de expliciete afbakening tussen werktijd en thuistijd. De Internationale Arbeidsorganisatie pleit er al jaren voor . Frankrijk heeft al sinds 2017 een wet die werkmails verbiedt buiten bepaalde kantooruren.
Het recht op privacy wordt gegarandeerd door zowel artikel 3 als artikel 12 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, maar vanuit de Belgische politiek is er weinig backing voor deze rechten . Het is tekenend dat de oprichting van een Mensenrechteninstituut reeds aansleept sedert 1993.
Het recht op afscheiding in de intieme sfeer
In de intieme sfeer is het recht op afscheiding absoluut, tenzij in een relatie misbruik wordt gepleegd of een van de twee de relatie wil verlaten. Voorbeelden van misbruik zijn, mishandeling, dwang, vernedering, paradoxale communicatie en ‘gaslighting’. Hier geldt het voorstel van Baldelli:
“No person in his relationship with another should be exempt from judgement by a third. This is not to say that every two persons have to give regular accounts to or be spied by a third but that a third should be approachable for protection and redress if a person is abused or wants to terminate a relationship.” (Giovanni Baldelli, 1971, p. 87).
De intieme sfeer beperkt zich niet tot uw kot, zoals we in Covid-19 tijden zouden zeggen, het kan overal zijn. Een koppel dat ligt de foefelen in een bosje of verscholen achter een duin verdient met rust gelaten te worden. Voyeurs dienen zich te onthouden. Continue reading Het recht op privacy in Covid-19 tijden (2/3) De functies en disfuncties van privacy →